De voorbije week was het op veel kerkhoven een komen en gaan. Gewapend met borstel, emmer en schuurspons werden de graven van onze dierbaren netjes gemaakt. De herfstkleuren primeren al geruime tijd op deze plekken van troost, maar daar komen nu heel wat fel gekleurde bloemen bij … een kleurenpracht die - zelfs voor iemand die niet onmiddellijk een bezoek aan een kerkhof moet brengen - stil laat worden. Voor heel wat mensen zijn die eerste dagen van november heel bijzondere momenten waarop ze aan hun overledenen denken. Dit betekent niet dat ze dit anders niet doen, maar de traditie nodigt er ons voor uit.
Traditioneel is er op 1 november in onze stad het grote Boksgala. Bij boksen denken we aan een ietwat ruigere sport en dit staat precies wel in schril contrast met die ingetogen rust die de datum van 1 november voor veel mensen betekenis geeft. Toch hebben die twee misschien meer met elkaar te maken dan we denken, zo verwoordde iemand ooit in de praktijk.
Na een aantal dramatische sterfgevallen voelt het alsof ik elke dag opnieuw in de boksring sta. Telkens opnieuw word ik uitgenodigd, ja, zelfs uitgedaagd om de handschoen op te nemen. De dood is elke dag aanwezig. Ik ga er mee slapen, ik sta er mee op. Het lijkt een voortdurend gevecht dat me heel rusteloos maakt. De opzwepende supporters (familie en vrienden) heb ik ergens wel nodig. Zij willen mij zien vechten. Zij willen dat ik die kamp win of misschien zeg ik beter: overwin. Zij juichen mij toe, ook al heb ik een slechte dag, ook al wil ik die dag liever in mijn bed blijven, ook al wil ik dat moment niet meemaken of herdenken. Zij aanvaarden niet dat ik de handdoek in de ring gooi. Nee, niet opgeven, niet plooien en doorgaan, blijven doorgaan … Ik word er zo moe van.
Gelukkig heb ik ook een trainer, een coach (en dat bleek in zijn situatie mezelf te zijn) die mij stuurt, die mij wegen laat bewandelen die ik misschien niet durf nemen, die weet wanneer het te veel is, die me zegt wanneer een pad dat ik zou willen inslaan, misschien niet het juiste is, die mij uitlegt wat er mogelijk is, wat er kan, wat er niet kan, wat het betekent om dingen te aanvaarden, die zelf ervaart wanneer die groep supporters best even zwijgt, die aanmoedigt waar nodig, die weent wanneer tranen mij overmannen, die steun geeft op die momenten waarop ik het niet meer zie zitten …
Het beeld van de boksring is inderdaad een heel mooi gegeven. De supporters willen niks liever dan winst boeken, sommigen willen alleen maar bloed zien, willen niet plooien en laten zich opzwepen door het spel zonder er bij stil te staan dat het wel de bokser zelf is die in staat moet zijn door inspanningen en training er te staan. De bokser moet het ook willen, moet het ook aankunnen en laat zich inderdaad soms meeslepen door het applaus en het gejuich. De euforie is groot, maar de val soms des te dieper. We hebben allemaal supporters nodig in ons leven: mensen die ons aanmoedigen, op wie we kunnen rekenen, maar die zich niet laten meeslepen om het gewin.
In de verwerking van rouw hebben we misschien allemaal meer een trainer of coach nodig. Iemand die een stuk meespeelt, maar die de grenzen bewaakt. Iemand die aanmoedigt en weet tot wat de bokser in staat is. Iemand die durft uit te dagen zonder te forceren. Tijdens de match ziet de bokser niet altijd alle mogelijkheden en kansen. De trainer / coach bekijkt het op een iets verdere afstand. Hij of zij overschouwt het geheel en heeft zicht op het totaalplaatje. Zo is die in staat om te coachen, bij te sturen, stil te worden en vooral te luisteren naar wat de bokser zelf wil en kan op dit moment.
De praktijk is uiteraard geen boksring, maar veel cliënten voelen zich inderdaad verwant met de bokser. Ik vind het een eer deel te mogen uitmaken als trainer of coach van hun rouwtraject. Dankbaar om dit met mij te delen en nog veel dankbaarder dat ik hen een stukje op weg kan helpen. We proberen allemaal een stukje trainer of coach te zijn voor elkaar. Af en toe hebben we dat extra duwtje nodig. We mogen het stilletjes overwegen wanneer we het graf van onze geliefden bezoeken, stil worden en ons nog meer dan anders met hen verbonden weten. Vergeten doen we nooit. De pijn om het verdriet wordt milder en we zoeken telkens opnieuw wegen om met dat gemis te leven. Het verdriet geven we geen plekje, want daarmee zou het afgehandeld zijn en rouwen om een geliefde is nooit af. Het is samen op zoek gaan naar een ander leven zonder onze geliefde … het is ons opnieuw in het leven verbinden, maar dan op een andere wijze. Zoals altijd … je bent welkom om dit te delen. (DJM)